dinsdag 9 oktober 2012

Stuutsiekoorn op de Dag van de Groninger Geschiedenis

Het Verhaal van Groningen en het Huis van de Groninger Cultuur besteden tijdens de Dag van de Groninger Geschiedenis extra aandacht aan stuutsiekoorn.
De dresscode van de dag is stuutsiekoorn en er is een themamodeshow. Ook worden er videoportretten vertoond met persoonlijke verhalen over stuutsiekoorn.

Ribfluweel is in het Gronings stuutsiekoor(n), konnerstuutsiekoor(n), striepsiekoorn of ommejas. De laatste benaming verwijst naar de Noord-Franse stad Amiens. Koor is afgeleid van koord of ribbel: een verwijzing naar een geribbelde stof waarbij de ribbels heel dicht tegen elkaar aanliggen. Ook wel constitutiekoord genoemd, vandaar de naam stuutsiekoor of konnerstuutsiekoor. Het Engelse woord constitution betekent o.a. samenstelling. Andere Groningse, maar ook Drents verwante benamingen zijn (s)triepkoor (trijpkoorden) of koorstreep. Van marktwaar naar vakkleding Stuutsiekoorn werd in de achttiende en eerste helft negentiende eeuw verwerkt tot werkkleding voor landarbeiders, ambachtslieden en fabrieksmedewerkers.

De stof werd in Groningen onder meer verkocht door kiepkerels, Noord-Duitse marskramers die van de zeventiende tot begin twintigste eeuw door Noord-Nederland trokken. Hun koopwaar vervoerden ze in een mand (in het Nedersaksisch kiep genoemd) die ze op de rug droegen. In Groningen werd stuutsiekoorn werkkleding rond 1925 verkocht bij Het Vakkledinghuis in de Oude Ebbingestraat. Het Vakkledinghuis had een grote collectie manchester jassen en broeken, veelal afgezet met leren stukken, voor lieden die buiten werkten.

Harry Hensen, oud-eigenaar van Het Vakkledinghuis, hielp vanaf 1943 als achtjarige jongen mee in de winkel van zijn vader. Hij herinnert zich nog de zogenaamde klettervesten. “Een kort vestje, dubbelrij knoops, gespen en smalle zakjes. De jasjes werden vaak gedragen door boderijders, die pakjes en boodschappen op briefjes rondbrachten. Die briefjes stopten ze in hun zakjes, gaven ze af bij het juiste adres en ook bij Het Vakkledinghuis.” De klettervesten worden nog altijd in opdracht gemaakt voor Het Vakkledinghuis. De prijzen zijn meegegaan met de tijd: in de begintijd kostte een manchester broek een gulden en een manchester jas twee gulden vijfennegentig; tegenwoordig kost een klettervest honderdvijftig euro. Lees verder over stuutsiekoorn in FEITH

Dag van de Groninger Geschiedenis
Zaterdag 13 oktober van 11:00 uur tot 17:00 uur
Plaats: De Groninger Archieven, Cascadeplein 4/10 Groningen
Entree: gratis

1 opmerking:

  1. Eind jaren 50 werkte ik op zaterdagmiddagen als student in Het Vakkledinghuis. Een wondere wereld van beroepen, ambachten en vakspacialismen trok voorbij. Kolensjouwers,smeden,bakkers,schilders boderijders,electriciens,timmerlui,metselaars, magazijnbedienden,kruideniers, slagers, koks, artsen, verpleegsters, medicijnenstudenten. Elk met een eigen kleur en genre beroepskledij. Beroepen waren herkenbaar,ook op straat. Immers wie trok doordeweeks een zondagspak aan? Heden kun je geen kloosterzuster nog onderscheiden van een lingerieverkoopster. Anderzijds is ook verschil in klasse en welvaart vrijwel verdwenen. Cultuurverlies of -winst?
    Ton Andringa, Gasselte

    BeantwoordenVerwijderen